Afspanning De Wed

Over ons

Afspanning “ De Wed “ opende op 6 juni 1998 haar deuren. De uitbaters/eigenaars Patrick en Françoise Veys – Van den Bogaert zijn enorm blij U hier te mogen begroeten. Deze unieke uitbating voor België, is niet zo maar een afspanning. Binnen, achter deze muren gaan rust, geschiedenis, cultuur, sport en gastronomie, samen in eenvoudige harmonie, hand in hand via het verleden naar de toekomst. Graag openen, Patrick en Françoise, voor U de poorten van hun levenswerk en laten U mee genieten van hun hemel op aarde.

Wat is een wed ?

Als we even gaan kijken in de “ dikke van Dale”, dan vinden we : o , (-den), 1. waadbare plaats; -2. drenkplaats. Gaan we echter even terug in de tijd, dan vinden we gelijkaardige beschrijvingen, maar toch een beetje duidelijker.

Vroeger lagen er over de rivieren en stromen niet overal bruggen. De koetsiers en ruiters kenden de plaatsen waar zij met hun paard of paarden door de rivier konden waden. ( de boeren en de herders kenden deze plaatsen ook). Deze doorwaadbare plaats noemde men “het wed”. Tijdens het doorwaden van de rivier maakten koetsiers en ruiters (herders en boeren) er gebruik van om hun paarden (of vee) te laten drinken.

Voor de ruiters was het makkelijk om de teugels vrij te geven en alzo hun paard te laten drinken. Voor de koetsiers was het veel moeilijker, daar de koetsen vaak met twee, drie, vier of zelfs met nog meer paarden waren ingespannen. Wilden zij hun paarden laten drinken, moesten zij van de bok om de leidsels volledig te lossen. Dit was niet zonder gevaar. De paarden waren immers even volledig vrij. Het gebeurde vaak dat paarden verstrikt raakten in de teugels Afspanningen, steden, dorpen, grote boerderijen en kastelen werden vooral aangedaan door bereden en/of ingespannen paarden. Op deze plaatsen metselde men grote waterbakken die steeds voorzien werden van licht stromend water. Deze drinkbakken hadden steeds de goede hoogte, zodanig dat de koetsier van op zijn bok de paarden kon laten drinken zonder de teugels volledig vrij te moeten geven. De wed stond gewoonlijk vrij, op die manier kon de menner eerst de linkse paarden laten drinken, chierde en liet dan de rechtse paarden drinken. DE WED was geboren.

Vandaag vinden wij nog juweeltjes van “wedden” terug, vaak in marmer en arduin, soms door grote meesters gebeeldhouwd. Denken wij even aan de wed op de binnenplaats van het kasteel van Gaasbeek. Een wed die dagelijks nog tientallen keren gebruikt wordt is deze aan de ingang van het begijnhof te Brugge, de twee bronzen paardenhoofden doen tevens dienst als emmerhouders. De bekendste wed ter wereld staat in Brussel. Het was een drinklaats voor bereden paarden, daar ze hoger is en tegen een muur staat. U kent ze zeker en vast. Afspanning “DE WED” heeft een wed laten bouwen op het terras van de zaak, ga deze even rustig bekijken of gebruiken.

In Afspanning “De Wed” komt men er alles van te weten.

 Op het knusse bloementerras staat er een “WED”.

Onze Taverne

Wij vertelden U zopas, dat de koetsiers moeilijk van hun koetsen konden komen, daarom hadden zij een koetsiersbeker of glas. Daarin schonk men natuurlijk koetsiersbier. De koetsiers bevestigden een houder opzij aan de bok. Hierin paste hun beker of glas perfect. Onderaan was dit bolvormig en bovenaan liep de hals zeer breed open. Stopte de postkoets aan de afspanning ,dan sprong de begeleider af, liet de reizigers uitstappen, gaf de paarden eten en liet de beker van de koetsier vullen. Tijdens de rit schudde de koets heen en weer, het bier klutste in het “glas”, maar door de ophanging wiebelde het glas minder hard en het schuim kwam niet over de rand. Zo kon de koetsier tot aan de volgende afspanning zonder dorst verder rijden. Dit bier is in de bijzondere glazen te degusteren.

Toen de koetsen eleganter werden en meer dienst begonnen te doen als privé voertuig van de adel, werden er ook verfijnde veranderingen gedaan. Men voorzag de koets onder het kussen van een ronde opening (met mikpunt op straat) en deksel. Het reizende toilet was geboren.Maar wat ons meer interesseerde was de koetsbar. Dit was een houten koffer,die voorzien was van verschillende kleine flesjes en zeer kleine glaasjes. De glaasjes waren klein, maar de drank was des te sterker. Er waren eigenlijk twee soorten dranken; sterke en zoete. De heren dachten aan de dames en de dames dachten aan de heren. De koetsritten duurden vaak lang en waren vaak zeer vermoeiend, naar gelang het gezelschap. Wij hebben een zeer ambachtelijke stoker gevonden,die enkele van die zeer oude recepten heeft gestookt voor ons.

Als de reizigers aan een afspanning stopten en iets wilden eten, hadden zij maar juist de tijd die nodig was om de paarden te wisselen. Binnen die tijd moest de waard maar zien dat er iets voedzaams op tafel kwam en dat ze zelfs bij tijdgebrek konden meenemen. Daarom bakte men toen reeds koeken in de pan. Voedzaam waren ze, want men gebruikte boekweit, haver, volle melk, eieren en zoetstof. Wij hebben dit overgenomen en serveren zo onze “ Pannenkoek De Wed “.

Afspanning De Wed is op culinair vlak zeker geen “sterren- restaurant”, maar een taverne met eenvoudige snacks. Al onze zelfbereide gerechten en brood worden met zorg en liefde bereid. Wij streven naar zuivere en natuurlijke producten. Verse volle boter, verse scharreleieren (eigen kippen), verse groenten, geselecteerde granen, volle melk en zuivere room zijn bij ons normale ingredienten.

Zin in een tas paardenmelk of liever een glaasje paardenmelklikeur ? U vraagt maar. Wie kent de wereldbekende Rijmenamse asperges niet? Proef daarom onze huisgemaakte asperge-jenever.In het gamma van sterkere koffies is er uiteraard ook een Horse-coffee. Al onze theeën kopen wij “los”, in vrak, vandaar dat wij U een prima kwaliteit en versheid kunnen garanderen. De samenstellingen van onze theeën is voor ons een erezaak, proef ook eens een paardenkruidenthee.

Het Paardenmuseum

In het jaar 1959 was er eens, een acht-jarige knaap die aan een mooi sprookje begon. Hij leerde het edelste dier kennen, “Het Paard”. Gesteund door zijn ouders en zijn rij-leraar groeide de liefde voor het paard uit tot een ware passie en een echt sprookje. Hij begon te zoeken naar boeken, schilderijen, beelden, films, postzegels, overleveringen, hij zocht in alles, maar overal zocht hij steeds hetzelfde, “Het Paard”. Ieder krantenknipsel of elke afbeelding opende voor hem een nieuwe, maar steeds verruimendere wereld , de wereld van het paard.
Oktober 1959 was de start van een passie die uitgroeide tot een collectie. Elke gelegenheid greep hij aan om zijn verzameling uit te breiden. Vaak vroeg men hem welk geschenk hij wilde voor een bepaalde gelegenheid maar men voegde er onmiddelijk aan toe , vraag nu eindelijk eens iets anders dan…………..paarden

Op school noemde men hem spottend “ ‘t pjeit “ . Voor hem was deze naam een eer en weldra noemde zowel zijn mede-leerlingen als zijn leraars hem “het paard”. Spot keerde zich tot begrip en herkenning.
Weldra begon hij te zoeken buiten de grenzen, in buitenlandse literatuur, in andere culturen, op andere vlakken, maar steeds zocht hij hetzelfde, “Het Paard”. De verzameling groeide maar steeds verder en de ruimte werd veel te klein. Honderden stukken werden opgeborgen in dozen, kisten en koffers.
Vele, vele jaren later vroeg zijn echtgenote hem “ Wat ga je nu doen met heel die verzameling ? Het is onbegrijpelijk dat je ze daar maar laat staan. Stel ze tentoon en laat de anderen er ook van genieten. Hier raakte zij een zeer gevoelige snaar. Jaren had hij hier op gewacht en in stilte gehoopt. Het sprookje werd werkelijkheid. Eindelijk zou hij zijn levenswerk kunnen tonen aan de gemeenschap. Eindelijk “Het paard” in al zijn facetten laten zien aan iedereen. Een saai museum was niet de oplossing. Iedereen moest van de schoonheid van het paard kunnen genieten. Alzo groeide de gedachte om deze privé-collectie van het paard , tentoon te stellen in een afspanning. Patrick en Françoise zijn niet weinig trots op hun collectie. Met veel plezier laten zij U delen in dit paardenmuseum. Hebben zij even tijd, dan gidsen zij U met alle plezier door hun unieke en grootste privé- collectie van België, anekdotes en verhalen doen zij er graag nog gratis bovenop.

Er zijn nu reeds tentoonstellingsruimtes met meer da 2000 stuks. En nu op naar de 3000 !